Zwanenzang
We hebben nooit teveel gezegd,
Problemen naast ons neergelegd,
We zwegen.
Als jij mij iets wou vragen,
Was ik altijd even weg
Of hield je tegen.
Toch ging het reuze goed,
één kus bij 't komen, één bij 't gaan
Dat was genoeg.
Terwijl jij ongenaakbaar bleef
En ik dat ook op mijn beurt
weer verdroeg.
Boeken, bladen, magazines,
We zaten midden in de scene
en zweefden.
Wij lazen in de interviews
Hoe mooi het was en hoe intens
wij leefden.
We aten boven onze stand,
Omdat we graag ons hoofd in kranten zagen.
Maar tussen alle knipsels door,
Kon ik je zelfs geen vuurtje komen vragen.
Dus drink nog een glas wijn,
Dit zou het laatste kunnen zijn.
We dansen en we drinken,
Worden zat als een konijn.
We geven en we nemen
En we vinden het nog fijn,
Want als we dromen of gescheiden zijn,
Zal niemand ons meer missen bij 't refrein.
Het was een mooie tijd,
Zo vol bewogenheid,
Het leek betoverd,
Er was genegenheid,
Gezonde tederheid,
Maar dat is over
Verpest, verguisd, vernietigd
En vergaan zonder een spoortje na te laten.
Behalve foto's uit de krant,
Een lege poster aan de wand vol gaten.
Dus drink nog een glas wijn
Dit zou het laatste kunnen zijn
We dansen en we drinken,
Worden zat als een konijn.
Maar denk zo nu en dan aan mij,
Al ben je nu van mij bevrijd.
Vannacht zing ik voor jou mijn zwanenzang
De fles die begeleidt,
Ik kom er echt wel overheen
Laat me drijven op de liefde en de wijn.
Een laatste dronk op wat eens was
Dan neem ik afscheid en verdwijn.
Verscheen op volgende CD's
 |
 |
 |
 |
